Ezechiel 34:2

SVMensenkind! profeteer tegen de herders van Israel; profeteer en zeg tot hen, tot de herders: Alzo zegt de Heere HEERE: Wee den herderen Israels, die zichzelven weiden! zullen niet de herders de schapen weiden?
WLCבֶּן־אָדָ֕ם הִנָּבֵ֖א עַל־רֹועֵ֣י יִשְׂרָאֵ֑ל הִנָּבֵ֣א וְאָמַרְתָּ֩ אֲלֵיהֶ֨ם לָרֹעִ֜ים כֹּ֥ה אָמַ֣ר ׀ אֲדֹנָ֣י יְהוִ֗ה הֹ֤וי רֹעֵֽי־יִשְׂרָאֵל֙ אֲשֶׁ֤ר הָיוּ֙ רֹעִ֣ים אֹותָ֔ם הֲלֹ֣וא הַצֹּ֔אן יִרְע֖וּ הָרֹעִֽים׃
Trans.ben-’āḏām hinnāḇē’ ‘al-rwō‘ê yiśərā’ēl hinnāḇē’ wə’āmarətā ’ălêhem lārō‘îm kōh ’āmar ’ăḏōnāy JHWH hwōy rō‘ê-yiśərā’ēl ’ăšer hāyû rō‘îm ’wōṯām hălwō’ haṣṣō’n yirə‘û hārō‘îm:

Algemeen

Zie ook: Herder, Israël (doorverwijspagina), Schapen, Woord van God
Jeremia 23:1

Aantekeningen

Mensenkind! profeteer tegen de herders van Israël; profeteer en zeg tot hen, tot de herders: Alzo zegt de Heere HEERE: Wee den herderen Israëls, die zichzelven weiden! zullen niet de herders de schapen weiden?


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

בֶּן־

Mensenkind

אָדָ֕ם

-

הִנָּבֵ֖א

profeteer

עַל־

-

רוֹעֵ֣י

tegen de herders

יִשְׂרָאֵ֑ל

van Israël

הִנָּבֵ֣א

profeteer

וְ

-

אָמַרְתָּ֩

en zeg

אֲלֵיהֶ֨ם

-

לָ

-

רֹעִ֜ים

tot hen, tot de herders

כֹּ֥ה

-

אָמַ֣ר׀

Alzo zegt

אֲדֹנָ֣י

de Heere

יְהוִ֗ה

HEERE

ה֤וֹי

Wee

רֹעֵֽי־

den herderen

יִשְׂרָאֵל֙

Israëls

אֲשֶׁ֤ר

-

הָיוּ֙

-

רֹעִ֣ים

die zichzelven weiden

אוֹתָ֔ם

-

הֲ

-

ל֣וֹא

-

הַ

-

צֹּ֔אן

de schapen

יִרְע֖וּ

zullen niet de herders

הָ

-

רֹעִֽים

weiden


Mensenkind! profeteer tegen de herders van Israël; profeteer en zeg tot hen, tot de herders: Alzo zegt de Heere HEERE: Wee den herderen Israëls, die zichzelven weiden! zullen niet de herders de schapen weiden?

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!